U bevindt zich hier

Geschiedenis

Mijnheer, Mevrouw, Beste bezoeker,

Erkenning van de bijzondere beroepsbekwaamheid diabetesverpleegkundige.

Diabetes is zonder twijfel een groeiend gezondheidsprobleem met een verontrustend stijgende prevalentie die niet alleen individueel maar ook op de algemene gezondheidszorg een belangrijke impact heeft. Wereldwijd lijden naar schatting bijna 200 miljoen mensen aan diabetes waarvan 85 tot 90 % aan type 2 diabetes. Ook in België is er een stijgende trend ten gevolge van de vergrijzing van de bevolking, de Westerse levensstijl en de toename van obesitas.

Men vermoedt dat circa 7 tot 8 % van de Belgische bevolking lijdt aan diabetes mellitus en daarbij nog eens 6% met prediabetes (nuchtere glycemie tuusen de 110 en 126 mh%). De incidentie van type 1 diabetes bedraagt in België ongeveer 10 op 100 000 inwoners per jaar. De incidentie van type 2 diabetes wordt geschat op 231 op 100 000 persoonsjaren. De incidentie is hoger in Wallonië en Brussel dan in Vlaanderen. In België zou het dus gaan om 400 000 à 460 000 gekende diabetespatiënten waarvan ongeveer 46 000 type 1 diabetes.[1]

Men schat dat er dan nog eens 200.000 niet gediagnosticeerde diabeten zouden zijn. Volgens de WGO en NIZAGARA is de helft van de gevallen van type 2 diabetes niet bekend. Die patiënten krijgen dus geen behandeling wat zal resulteren in een dramatische toename van het aantal ernstige verwikkelingen en uitgaven voor de gezondheidszorg. [2]

Echter voor deze mensen is hun diabetes één van de vijf belangrijkste doodsoorzaken in de geïndustrialiseerde landen. Buiten hart- en vaatziekten (cfr Hoornstudie 1991 – Life-studie 2000), oog-, nier-, en zenuwbeschadiging veroorzaakt diabetes ook veel verdriet en psychische belasting.

Door al die verwikkelingen is diabetes een van de duurste gezondheidsproblemen ter wereld en heeft dus een belangrijke financiële weerslag op onze sociale zekerheid.

7 – 15% van de uitgaven voor de gezondheidszorg gaan naar de behandeling van diabetes. Tijdig diabetes ontdekken en adequaat behandelen kan dus heel wat leed en kosten besparen!

Daarom zijn er de laatste decennia heel wat initiatieven genomen om behandeling en preventie van diabetes te optimaliseren.

In 1986 startte de European Association of Diabetes Education (E.A.D.E.) in Nederland de eerste cursus om verpleegkundigen diabetes educatoren op te leiden. Hieraan namen twee Belgische verpleegkundigen deel. De doelstelling was het “bevorderen van de kwaliteit en de uniformiteit in de educatie van patiënten met diabetes mellitus, alsmede het ontwikkelen van nieuwe ideeën en methoden ten behoeve van de diabeteszorg, c.q. de educatie van die patiënten.” Immers een goede medische kennis van diabetes evenals therapeutische kennisoverdracht zijn nodig om de patiënt tot zelfregulatie te brengen. De verpleegkundige diabetes educator moet in staat zijn om de diabetespatiënten te begeleiden in hun zelfzorg, zelfstandigheid en aanpassing van hun levensstijl.

Dit initiatief van de E.A.D.E. voor opleiding van verpleegkundigen diabetes educatoren is een belangrijke stap geweest in de ontwikkeling van de diabeteseducatie. Een patiënt kan immers allen maar goede zelfzorg toepassen als hij weet wat dit omvat, niet alleen op medisch maar ook op verpleegkundig en voedingsgebied (cfr Dafne-studie 2002 [7]).

Een opleiding i.v.m. diabetes is noodzakelijk voor elke zorgverstrekker, waarbij het opleidingsniveau afhankelijk is van de specifieke bekwaamheid van de diverse zorgverstrekkers. Zo zal de klemtoon rond diabetes verschillend liggen bij de opleiding van bijvoorbeeld de huisarts, de diabetoloog, de orthopedist, de gynaecoloog enz. Hetzelfde geldt ook voor de opleiding van een algemeen verpleegkundige, een verpleegkundige op de intensieve zorgen, een verpleegkundige diabetes educator, enz. (cfr. St. Vincent Verklaring in België- medische en paramedische opleiding rond diabetes)

In 1987 startte het R.I.Z.I.V. met een terugbetalingssysteem van de zelfcontrole van de glucose in het bloed De Belgische diabetesvereniging was zich toen al bewust van de noodzaak tot educatie in zelfzorg van deze patiënten. Een antwoord hierop was het inrichten van een cursus om verpleegkundigen en diëtisten tot diabetes educatoren op te leiden. Deze startte in 1989 met hulp van de E.A.D.E. en naar het voorbeeld van Nederland. . Een eerste evaluatie hiervan werd gepubliceerd in de artsenkrant van 2 februari 1996 en toont aan dat educatie reeds na zes jaar kostenbesparend werkt.

Ook in 1989 organiseert de Wereldgezondheidsorganisatie (W.G.O.) en de Internationale Diabetesfederatie (I.D.F.) een bijeenkomst in St. Vincent in Noord-Italië met vertegenwoordigers van alle regeringen, ook de Belgische. Onze nationale diabetesverenigingen,de Belgische Diabetes Vereniging (BVS) [4] en de Association Belge du Diabète (ABD) namen hieraan deel. Hier werden de grondslagen gelegd, niet alleen voor een gemeenschappelijke internationale aanpak van de diabeteszorg, maar vooral voor een integrale benadering van de diabetesproblematiek.

In 1993 wordt een grote studie, namelijk de Diabetes Control and Complications Trial (D.C.C.T.) opgezet.Deze studie toont aan dat optimale controle van het bloedsuikergehalte een belangrijke daling van de frequentie en de ernst van complicaties geeft. Daarbuiten bleek dat men door aangepaste educatieprogramma’s, waarbij de diabeet zelf leert zijn diabetes onder controle te houden, de frequentie van deze complicaties op de helft tot een derde kon terugbrengen ..

In 1995 werd een Belgisch nationaal programma voor een verbeterde aanpak van de diabeteszorg uitgewerkt door zowel Nederlandstalige als Franstalige vertegenwoordigers van alle takken in de gezondheid- en welzijnszorg die met diabetes te maken hebben.

Een van hun besluiten is dat “educatie een conditio sine qua non is“ voor een degelijk diabetesbehandeling. De kern van het diabetesgebeuren is het multidisciplinair diabetesteam. Dit moet minimaal bestaan uit een internist-diabetoloog (pediater- diabetoloog voor teams die kinderen en adolescenten begeleiden), een verpleegkundige en een diëtist met speciale training in de diabeteseducatie m.n. een verpleegkundige diabetes educator en een diëtiste diabetes educator. (De ST. Vincent Verklaring 1 en 2 ).

In maart 1996 wordt een eerste dossier voor erkenning ingediend bij de Nationale Raad voor Verpleegkunde door de “werkgroep erkenning diabetes educator” van de zuil paramedici van de VDV. Dit bleef zonder gevolg of zelfs antwoord.

In 1997 volgde een voorstel voor een zorgvernieuwingsproject. De consensus van het diabetes project Vlaanderen”met als inhoud het verbeteren van de beschikbaarheid van therapeutische educatie voor diabetespatiënten. Nationale en internationale consensusdocumenten benadrukken het belang van educatie bij de begeleiding van diabetespatiënten.

In 1998 toont de grootst opgezette U.K.P.D.S.-studie aan hoe een goede diabeteszelfregulatie kan bijdragen tot een zowel sterk verminderen als uitstellen van diabetescomplicaties. De revalidatieovereenkomst van het R.I.Z.I.V. (diabetesconventie) kadert vanaf dat moment volledig in deze erkenning van goede diabeteszelfregulatie.

In ditzelfde jaar hebben de arts-voorzitters van de VDV en ABD, arts-voorzitter van de commissie opleiding VDV en enkele afgevaardigde verpleegkundigen van de “werkgroep erkenning” een onderhoud met de heer Borgions, raadgever bij het ministerie van volksgezondheid. Op zijn voorstel wordt het voormalig dossier aangepast en opnieuw ingediend bij de Nationale Raad voor Verpleegkunde en bij de toenmalig minister van volksgezondheid, de heer Colla

Een eerste ontwerp voor M.B. wordt opgesteld in oktober 1998 door toenmalig minister van sociale zaken, gezondheidszorg en leefmilieu, Magda Aelvoet. Dit ontwerp werd echter nooit bekrachtigd en moet tevens aangepast worden.

Het R.I.Z.I.V. start op 01/01/1999 een nieuw type-revalidatieovereenkomst inzake zelfregulatie door diabetespatiënten. Zij stellen dat de geconventioneerde revalidatie-inrichting over een multidisciplinair diabetesteam moet beschikken. Dit team moet samengesteld zijn uit een geneesheer-specialist in de endocrinologie-diabetologie, een verpleegkundige diabetes educator en een diëtist diabetes educator. Hier maken wij U attent op het feit dat het R.I.Z.I.V. in zijn voorwaarden om een diabetesconventie te verkrijgen duidelijk vermeld dat het diabetescentrum over een verpleegkundige diabetes educator moet beschikken, een titel zonder inhoud dus vermits deze functie nog steeds niet erkend is.

De bekwaamheid van de verpleegkundige diabetes educator moet geobjectiveerd worden aan de hand van een curriculum. In geval er een nieuwe verpleegkundige in het team wordt opgenomen moet deze een bewijs van een vorming tot diabetes educator kunnen voorleggen.

De opleiding van diabetes educator werd georganiseerd door de V.D.V. en A.B.D..Vanaf 2000 wordt deze opleiding overgenomen door enkele hogescholen. De opleiding verpleegkundige diabetes educator is nu een postgraduaat met een totaal van 20 studiepunten. De verpleegkundigen diabetes educatoren, gevormd door de VDV, hebben eveneens hun dit postgraduaat kunnen behalen mits voldaan aan een aantal voorwaarden.

In mei 2000 vindt een nieuw onderhoud plaats op het kabinet van minister Vandenbroucke tussen de arts-voorzitters VDV en ABD, secretaris VDV, arts-coördinator sociale commissie VDV, enkele verpleegkundigen van de “werkgroep erkenning” en de heren De Burie en Manu Keirse. Het zorgvernieuwingsproject wordt voorgesteld waarin de rol en de functie van de verpleegkundigen diabetes educatoren verder omschreven worden doch zonder verdere erkenning.

In 2002 komen de resultaten van de Dafne-studie [7] en de Edic-studie vrij [8]. Beide tonen eveneens aan dat door een goede educatie, die gegeven wordt door goed opgeleide verpleegkundigen diabetes educatoren, patiënten komen tot een betere glycaemieregeling. Deze betere regeling werkt enorm beschermend op het vermijden van micro- en macrovasculaire complicaties hetgeen dan ook kostenbesparend werkt.

In het kader van het zorgvernieuwingsproject 2002 van het R.I.Z.I.V. wordt educatie van de niet-geconventionneerde diabetespatiënt in de eerste lijn verzorgd door thuisverpleegkundigen die een bijkomende opleiding over de specifieke problematiek rond diabetes gevolgd hebben. Deze opleiding wordt voor een groot deel gegeven door verpleegkundigen diabetes educatoren.

De thuisverpleegkundigen hebben echter een erkenning gekregen van referentieverpleegkundige diabetes, zodat zij hun beroepsuitoefening waaraan een nomenclatuurnummer wordt gekoppeld, kunnen uitvoeren.

Op 18/10/2005 wordt de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van verpleegkunde bijgewerktGespecialiseerd verpleegkundige in de diabetologie wordt toegevoegd aan deze lijst. (lijst verschenen in het staatsblad op 09/03/1994 en bijgewerkt op 18/10/2005).

Op 26/01/2005 verenigen verschillende Vlaamse verpleegkundige beroepsorganisaties zich in één overkoepelende vzw: De Vlaamse Verpleegunie, een pluralistische vereniging die los staat van elke politieke of filosofische strekking. Deze vzw wil werken aan betere kwaliteit in de gezondheidszorg en aan een grotere professionalisering van de verpleegkunde.

Gezien het aantal mensen met diabetes mellitus alsmaar toeneemt, onder meer ten gevolge van de veroudering van de bevolking, gelet op de revalidatie-overeenkomst van het R.I.Z.I.V., gelet op de talrijke studies, gelet op de post-hogeschool opleiding, gelet op de ontwikkelingen in het diabetesgebeuren zal het aspect «diabeteseducatie » zeker aan belang winnen. Bescherming van de functie verpleegkundige diabetes educator is essentieel om de kwaliteit van zorg te waarborgen en het beroep zelf up-to-date te houden.

Daarom is het noodzakelijk om een beroepsprofiel van de deskundigheid te vertalen voor de verpleegkundige diabetes educator. Het oorspronkelijke functieprofiel “Verpleegkundige Diabetes Educator” wordt volledig aangepast en herschreven en dateert nu van 15/04/2005. (zie bijlage).

Een oprichting van een beroepsvereniging in samenwerking met de VDV (Vlaamse Diabetes Vereniging) dringt zich op. De stuurgroep paramedici VDV buigt zich hierover en schrijft de statuten. (zie bijlage) Het bestuur werd op 24/01/2006 tijdens een eerste Algemene Vergadering verkozen met unanimiteit van de stemmen.

De erkenning van een beroepsbekwaamheid dringt zich op maar laat op zich wachten ondanks verschillende bezoeken aan parlementariërs en senatoren en het indienen van een erkenningsdossier Vlaamse als Franstalige verpleegkundigen diabetes educatoren.

Op 01/06/2006 stelt mevr. Margriet Hermans de vraag over erkenning in het parlement.

Op 22/10/2007 bepleit de heer Wouter Beke een voorstel van resolutie betreffende diabetes waarin oa de opleiding tot diabeteseducator te laten erkennen gevraagd wordt.

Op 07/10/2008 vraagt senator Yolande Avontroodt aan de minister van sociale zaken en volksgezondheid de stand van zaken in verband met het erkenningsdossier.

Vanaf 01/09/2009 start definitief het zorgtraject diabetes mellitus type 2.  De huisarts speelt in dit traject de rol van coördinator, hij is immers goed geplaatst om te weten hoeveel informatie, motivatie, ondersteuning en begeleiding de patiënt nodig heeft, rekening houdende met zijn medische, persoonlijke, sociale en familiale context. Vanuit zijn expertise ondersteunt de specialist de huisarts. Educatie door diabeteseducatoren betekent een essentiël zorgcomponent voor de patiënten in dit zorgtraject. Daarom moeten de referentieverpleegkundigen diabetes in de eerste lijn hervormd worden tot diabeteseducatoren. Het zorgtraject betekent een nieuwe uitdaging voor het beroep.

Maandag, 27 februari 2012, minister L. Onkelinx plaatst haar handtekening onder het MB over de beroepsbekwaamheid “verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de diabetologie”.

Op 13 maart 2012 verschijnt het MB in het staatsblad. De erkenning van onze beroepsbekwaamheid is een feit en is een belangrijke stap om als volwaardig teamspeler te kunnen werken in het multidisciplinair diabetesteam. De verpleegkundige educatoren kunnen vanaf dan hun erkenning aanvragen (klik hier). Het woord educator zal geschrapt worden en wij zullen terug diabetesverpleegkundigen genoemd worden. Daarom zal de beroepsvereniging haar statuten en naam moeten wijzigen in BVDV (BeroepsVereniging DiabetesVerpleegkundigen).

Momenteel werden ongeveer ± 800 verpleegkundigen opgeleid tot diabetes educator, met een duidelijk overwicht in Vlaanderen.

 

Referenties

[1] Dr. Evy Vandemeulebroucke, VUB Brussel; Tempo Medical: nr. 262, dec. 2004
[2] hetgeen reeds werd aangetoond in de Hoornstudie (Prof. Dr. R.J. Heine;AC Ziekenhuis, Vrije Universiteit Amsterdam-1991).
[3] BMJ, 05-10-2002,325: 746
[4] BVS werd in 1993 herdoopt tot VDV ( Vlaamse Diabetes Vereniging)
[5] Diabetes Control and Complications Trial Research Group. The effect of intensive treatment of diabetes on the development and progression of long-term complications in insulindependent diabetes mellitus. N Engl J Med 1993; 329: 977-86.
[6] UK Prospective Diabetes Study Group. Intensive blood-glucose control with sulfonylureas or insuline compared with conventional treatment and risk of complications in patients with type 2 diabetes (UKPDS 33). Lancet 1998; 352: 837-53.
[7] Dafne-study: BMJ; 05-10-2002: 325-746.
[8] Edic-study: NeJM 2000; 342: 381-389 en JAMA: 15-05-2002; 287: 2563-2569.